2. Stedenband
Geschiedenis 3. Activiteiten 4. Torun
5. Archief
|
|
De Stedenband Leiden - Toruń
Het begin
De contacten met Toruń dateren al van het begin van de 80-er jaren, toen de Poolse vakbond Solidarnosc streed voor meer vrijheid onder de Russische overheersing en het economisch heel slecht ging in Polen. In 1980 besloot de gemeente Leiden op voorstel van een gemeenteraadslid dat in Warschau gestudeerd had contact te zoeken met een oude universiteitsstad in Polen. De Poolse ambassadeur stelde Toruń voor. Op officieel niveau waren er al eerder contacten met deze stad. Via de in dat jaar opgerichte Stichting Regio Leiden Helpt Polen ontstonden daarnaast al spoedig contacten met de Leidse bevolking. In 1988 is, in overleg met het Leids Vredesplatform, besloten onder het motto ‘Bruggen bouwen tussen Oost en West’ een stedenband aan te gaan met Toruń. De stedenbandovereenkomst werd in november door de toenmalige burgemeester Goekoop getekend in de Koningszaal van het Oude Raadhuis in Toruń.
Doel Het belangrijkste doel van de stedenband is de kennismaking van burgers van Leiden en Toruń en zo bij te dragen aan de integratie van twee delen van Europa die vóór de val van de Berlijnse muur in 1989 zo streng gescheiden waren. De Stichting Stedenband Leiden-Toruń organiseert uitwisselingen op diverse gebieden, met name cultuur en sport. Verenigingen en groepen die kennis willen maken met Toruń worden in contact gebracht met soortgelijke organisaties in de partnerstad. De stichting organiseert daartoe ook één maal per jaar een busreis waaraan tegen lage kosten kan worden deelgenomen.
Samen met de Duitse partnerstad van Toruń, de oude universiteitsstad Göttingen, heeft de Stichting Stedenband een internationaal ontmoetingscentrum gerealiseerd in Toruń. Dit is gevestigd in een uniek aan de Weichsel gelegen historisch pand. Ook de gemeente Leiden geeft invulling aan de stedenband. Deze bestaat naast het steunen van de stedenbandstichting uit het uitwisselen van kennis en ervaring met de gemeente Toruń op gebieden als drugsbeleid, milieubescherming en ontwikkeling van de Weichseloever.
Waarom de stedenband interessant voor u kan zijn. Een stedenband geeft burgers van een stad de kans om op een heel directe manier kennis te maken met mensen uit een andere cultuur. In het geval van Toruń is dat Poolse cultuur, gekenmerkt door een traumatisch verleden, grote gastvrijheid, grote rol van de katholieke kerk en veel aandacht voor folklore en cultuur in het algemeen.
Stichting Stedenband Leiden-Toruń
Samenstelling bestuur:
Voorzitter: Frans Cornelisse e-mail: voorzitter@leiden-torun.eu Secretaris: Wim Vreeburg e-mail: secretaris@leiden-torun.eu Penningmeester: Robbert Dijkhuis e-mail: penningmeester@leiden-torun.eu
Het
bestuur en overige vrijwilligers ontvangen geen vergoeding
anders
dan vergoeding
Contactpersoon Gemeente Leiden:
Bankrekening IBAN : NL 66 INGB 0004 8780 29 t.n.v. STG Stedenband Leiden-Toruń
RSIN of fiscaal
nummer: 8039.37.003 Doelstelling:
De Stichting Stedenband Leiden-Toruń geeft vanuit de Leidse samenleving en bevolking vorm aan de officiële gemeentelijke stedenband tussen Leiden en de Poolse stad Toruń, die dateert vanaf 1988. De Stichting bevordert wederzijds kennis en cultuur in de meest brede zin. De Stichting stimuleert en realiseert uitwisseling tussen enerzijds individuele personen, belangstellenden, vertegenwoordigers van beroepsgroepen uit beide steden, anderzijds verenigingen, maatschappelijke organisaties, bedrijven en gemeentelijke en andere overheidsinstellingen. Werkterreinen van de Stichting zijn onder meer cultuur, kunst, welzijn, sport, onderwijs, bestuur en politiek. De specifieke doelstelling in het algemeen kader van de Stichting is het leveren van een wezenlijke bijdrage aan de versterking van wederzijds begrip, de doorbreking van wederzijdse vooroordelen en de bevordering van contacten op intermenselijk en institutioneel niveau tussen Nederland en Polen als lidstaten van de Europese Unie
Beleidsplan:
STEVIGE STEDENBAND LEIDEN-TORUŃ: VAN STICHTING EN STAD
De Stichting Stedenband Leiden-Toruń voegt zich anno 2011 in het koor van Leidse stedenbanden die een Algemene Periodieke Keuring ondergaan. Zij beseft ten volle dat de gemeente Leiden in een klimaat van bezuinigingen en heroriëntatie op kerndoelen op de kleintjes moet letten. De Stedenband Leiden-Toruń is zo’n kleintje. Met een jaarlijkse subsidie aan de Stichting, de toewijzing van enkele tientallen professionele uren voor behartiging van de Leids-Poolse stedenband door de dienstdoende beleidsambtenaar internationale zaken en elk jaar een vriendelijke toespraak van de wethouder belast met internationaal beleid mag de Stichting zeker periodiek verantwoording afleggen over doel, middelen en resultaten. Van de Stichting mag veel (maar niet alles) verwacht worden. Stichting, want voor de uit 1988 daterende officiële gemeentelijke stedenband Leiden-Toruń geldt allereerst het motief van vrijwillige samenwerking in de ruimste zin van het woord: de Stichting Stedenband Leiden-Toruń is een organisatie van, voor en door VRIJWILLIGERS. Dat geldt trouwens ook voor haar counterpart in Polen, de Vereniging van Vrienden van Zustersteden van Toruń, waarvan de sectie Leiden sinds jaar en dag de actiefste tak is.
Het tweede aandachtspunt dat aan elke discussie over de stedenband met Toruń voorafgaat, is het VRIENDSCHAPSKARAKTER. De stedenband ontstond ooit uit een gelijktijdigheid van hulprelatie (Stichting Leidse Regio Helpt Polen) en van politiek-maatschappelijke motieven (vredesbeweging, overbrugging van oost-west tegenstellingen). De hulp- en ontwikkelingsdimensie is als zodanig verdwenen, de politiek-maatschappelijke context is veranderd sinds Polen niet alleen een verre vriend maar ook een goede buur is geworden in de Europese Unie, terwijl het vanaf het begin ingebakken vriendschapsdoel niet alleen is blijven bestaan maar gerealiseerd is in binnenkort een kwart eeuw uitwisselingen. Kortom, de stedenband met Toruń onderscheidt zich van stedenbanden die allereerst zijn gericht op sociaaleconomische ontwikkeling in de overzeese partnersteden, door brede en primaire oriëntatie op opbouw en ontwikkeling van vriendschappelijke banden. En serieuze vriendschap, een vriendschap die de naam waard is, is niet vrijblijvend, maar zij dient onderhouden te worden. In dit licht een voorlopig antwoord op een aantal bij de gemeentelijke beleidsverantwoordelijken levende vragen. De antwoorden kunnen overigens veel uitvoeriger en concreter beargumenteerd worden gevonden in onderstaande documenten en in andere, overige informatiemiddelen.
Bronnen
Leidens verre vrienden. Historie van de banden van Leiden met steden in andere landen. Leiden: [drukkerij Nautilus], 2005. 150 blz. ISBN 90 9019548 3
(Hoofdstuk Leiden*Toruń: ‘Oude hanzestad aan de rivier’ door Bob Lodder; met bijlage over activiteiten m.b.t. Toruń in de periode 1988-2004 op blz. 140-142.)
Carel van Ingen: Brug naar Oost-Europa. Stedenband Leiden-Toruń ‘in nood geboren’. Overzicht van ontstaansgeschiedenis vanaf 1978 en activiteiten, aan de hand van documenten en krantenknipsels. Mei 2009. (informele uitgave) 128 blz.
Van hulp in nood naar partnerschap in kennis en cultuur. Perspectieven van en voor de Stedenband Leiden-Toruń. Nota van de Stichting Stedenband Leiden-Toruń, juli 2009. 9 blz. A4 (deze nota werd ingebracht als bouwsteen voor de gemeentelijke evaluatie van het stedenbandenbeleid in 2009)
Stedenband Leiden-Toruń: duurzaam nabuurschap in nieuw Europa. Concept-bijdrage voor de Millenniumdoelenkrant van de gemeente Leiden. 4 blz. A4. Zomer 2009.
Positionering van de stedenband Leiden-Toruń. Enkele opmerkingen en stellingen. Interne notitie Stichting Stedenband Leiden-Toruń, mei 2009. 2 blz. A4
Carel van Ingen: Mijn Leidse jaren 1978 – 2009. Een beknopte bloemlezing van 31 enerverende jaren in Leiden. Leiden: Bureau Communicatie van de Gemeente Leiden, mei 2009. 28 blz.
Nieuwsbrieven van de Stichting Stedenband Leiden-Toruń 2005 – 2010. (gem. 2 x p.j.)
Website van de Stichting Stedenband Leiden-Toruń
Een stadsbrede benadering Doelstelling van de (Stichting) Stedenband Leiden-Toruń is de bevordering van vriendschappelijke samenwerkings(ver)banden tussen de steden Leiden en Toruń, in hun Nederlandse, respectievelijk Poolse context, op maatschappelijk, cultureel, sportief, educatief en bestuurlijk gebied. De samenwerking krijgt gestalte op individueel niveau tussen personen, beroepsbeoefenaren en vakgenoten; op groepsniveau tussen organisaties uit het maatschappelijk middenveld; en zo mogelijk ook op gemeentelijk niveau tussen politici en tussen stedelijke diensten. Daarbij draagt de Stichting bij aan de behoeftevervulling op het terrein van kennis en cultuur. Gemeenschappelijk belang bij dit alles is bevordering van goed nabuurschap in een vreedzaam Europa. De stedenband met Toruń is de fase van rechtstreekse hulp en van eenzijdige assistentie bij sociaaleconomische ontwikkeling voorbij, maar de Stichting staat nog steeds open voor initiatieven met een uitdrukkelijk emancipatoir karakter (recente voorbeelden: steun aan homo-emancipatie, vrouwenopvang)
Het ideaal van een zogeheten City Wide Approach in de zin van een gemeentebrede semipermanente samenwerking, dat wil zeggen dat op alle niveaus en tussen alle geledingen van beide partnergemeenten relaties en uitwisselingen bestaan, is bij gebrek aan financiële, personele en projectmiddelen als zodanig voor de stedenband met Toruń geen haalbare kaart. Wie echter de vele tientallen uitwisselingen van de afgelopen twee decennia en ook de vanuit het gemeentelijk apparaat een aantal jaren functionerende ambtelijke samenwerkingsprojecten rangschikt en rubriceert, komt tot de conclusie dat er in het geval van Toruń wel degelijk sprake is van stadsbrede samenwerking.
Semipermanente samenwerkingspartners zijn thans onder meer:
C.O.C. afdeling Leiden, Werkgroep Buitenland Intensieve contacten tussen de homobeweging van COC Leiden en haar collega-organisaties in Toruń bestaan sinds 2005, aanvankelijk deels via bemiddeling van de stedenband, al spoedig geheel op eigen benen. De buitenlandtak van COC Leiden bereidt een grootschalig internationaal congres voor met vertegenwoordigers van vijf Europese landen. Ook een afvaardiging uit Toruń zal daarbij aanwezig zijn.
Rosa Manus vrouwenopvang In 2010 zijn na eerdere contacten twee werkneemsters van het Leidse Blijf van Mijn Lijf Huis mee geweest naar Toruń. Sinds die tijd is er intensief contact. Binnenkort komt een van de directrices van Azyl voor overleg naar Leiden. De samenwerking zal in de nabije toekomst zeker blijven bestaan, mede omdat een van de Leidse contactpersonen van Poolse afkomst is.
CARDEA Jeugdzorg De in Leiden gevestigde regionale jeugdzorgorganisatie Cardea onderhoudt zich diverse jaren uitwisselingscontacten (jongeren en stafleden) met een evenknie in Toruń. Zie paragraag Polen in hoofdstuk Cardea over de grens in jaarverslagen op internet.
Lorentz Basisschool
Leidse Hogeschool (opleiding Commerciële Economie)
Haagse Hogeschool (HEAO)
Wellant College, Uitwisseling van docenten.
ROC Leiden (o.m. consumptieve techniek/horeca) Contactpersoon is hier de docent Hugo Snabilie en deze samenwerking met een Toruńse counterpart loopt sinds 2005. Ook een onderwijsinstelling in Turkije heeft zich inmiddels bij het samenwerkingsverband gevoegd, zodat een drielandencontact is ontstaan.
De werkwijze van de stedenband is stimulering en verlening van praktische adviezen in de oriënterende beginfase. Veel contacten ontstaan tijdens een verkennend verblijf in Toruń. Als het goed is, ontstaan een min of meer bestendig contact. De groepen of instellingen communiceren vervolgens met elkaar zonder bemoeienis van de stedenband, die ook geen financiële ondersteuning biedt.
Het is hier echter wellicht ook de plaats om er uitdrukkelijk op te wijzen dat de stedenband met Toruń toch vooral excelleert in een waaier van kortlopende, incidentele, vriendschap, kennis en begrip bevorderende maar vaak kleinschalige contacten en uitwisselingen. Zo zijn in de loop der jaren honderden individuele belangstellenden en vele tientallen groepen en organisaties op de gebieden, cultuur, welzijn, sport, onderwijs en bestuur naar Toruń afgereisd, waar maatwerkprogramma’s voor werkbezoeken werden uitgevoerd. Kennis van elkaar nemen mondde uit in van elkaar leren op basis van gelijkwaardigheid. Opvallend is dat de Stedenband stimulerend en improviserend, soms een paar maanden, soms een jaar van tevoren plannend en wervend, erin slaagt telkens nieuwe belangstellenden warm te maken voor contacten met Poolse collega’s of Toruńse leeftijdgenoten met min of meer dezelfde aandachtsgebieden. Enkele voorbeelden van geslaagde projecten en uitwisselingen: Het verzorgingshuis RIJN en VLIET, gymnastiekvereniging Jahn, Jeugdtheaterschool Leiden, Streekmuziekschool Leiden, shantykoor Rumor di Mare, Oost-Europakoor Mila, Estafetteproject TO RUN TO TORUŃ, Korenfestival Stadhuisplein Leiden met deelname van een Pools en vijf Leidse koren, bezoeken van Leidse openbare en universitaire bibliothecarissen, lokale historici van STIEL, de participatie van het ROC Leiden, afdeling Verzorging, in een meerdaagse conferentie over de Primary Health care, het Regionaal Archief Leiden, de Dirk van Eck Stichting en de Vereniging Jan van Hout, leden van de Leidse Milieuraad, de hortulana. Op basis van het principe van wederkerigheid brachten Toruńse archivarissen, monumentenzorgers en bibliothecaressen vervolgens Leiden weer een bezoek. De populaire en jeugdcultuur uit Toruń is vrijwel altijd met een muziekformatie, soms met meer bands vertegenwoordigd. En koren als Astrolabium en Fuga Mundi hebben een Leids publiek bekoord. Het aantal in deze notitie genoemde voorbeelden kan rustig met een factor drie tot vijf (afhankelijk van de desbetreffende sector) worden vermenigvuldigd. Daarvoor valt te verwijzen naar de na de inleiding genoemde bronnen.
Hoogtepunten zijn dan ook de jaarlijkse reizen naar Toruń in oktober en het bezoek van de Poolse delegaties aan Leiden in juni. De voorbereidingen voor de dertiende reguliere busreis van oktober 2011 zijn in volle gang. Bij elkaar zijn met deze busreizen de afgelopen vijftien jaar zo’n 750 deelnemers naar Toruń gereisd, terwijl zo’n 500 liefhebbers uit Polen ons hebben bezocht. In Leiden steunt de Stichting op een netwerk van enkele tientallen adressen waar de Poolse gasten onderdak wordt verleend. Daarnaast zijn vooral in de loop van de jaren enkele honderden mensen uit Leiden op projectbezoek of sporttoernooibezoek geweest. Ook zijn een aantal keren speciale ondernemersreizen georganiseerd.
De aantallen en diversiteit van de deelnemers geven al een duidelijke indicatie van het draagvlak voor de activiteiten van de Stichting. De stedenband met Toruń heeft in de zusterstad veel goodwill opgebouwd en de stichting beschikt bij haar contacten met haar collega in Midden-Europa over mogelijkheden om ook anderen ten dienste te zijn. Men zou ook kunnen denken aan het wederzijdse regionale bedrijfsleven, city marketing, bevordering wederzijds toerisme. (Meer in het algemeen: Nederland is de grootste investeerder in Polen.) In Leiden werkt de Stichting met bescheiden middelen aan uitstraling van de stedenbandgedachte via de twee keer per jaar verschijnende Nieuwsbrieven. Deze worden verzonden aan een bestand van zo’n 250 adressen. Waar nodig en mogelijk verzendt de Stichting persberichten en ook onderhoudt zij een uitgebreide, actuele en veelgeraadpleegde website. Eens per jaar houdt de Stedenbandstichting een publieksavond met een cultureel en informatief karakter; in november vorig jaar trad de beleidsambtenaar internationale zaken van het politiekorps Midden-Holland op. De opkomst op deze avonden varieert van 30 tot 50 personen.
Een autonome stedenband? Hierboven is al aangeduid dat de (Stichting) Stedenband een organisatie is die veel doet met een betrekkelijk beperkte armslag. De millenniumdoelen zijn in Toruń zonder haar invloed wel globaal gehaald, omdat er bijvoorbeeld schoon drinkwater is, terwijl onderwijs- en gezondheidsvoorzieningen niet wezenlijk voor die in Nederland onderdoen. Maar zeker: op meer gebieden kunnen we nog meer van elkaar leren. De apparatuur voor onderwijs aan leerlingen met een auditieve beperking is misschien net iets minder geavanceerd, maar de benutting van middelen en de gemotiveerdheid van leerkrachten waren er zodanig, dat een Leidse delegatie van vakgenoten versteld stond. ’t Is maar een voorbeeld. Als springlevende niet-gouvernementele organisatie doet de Stichting wel heel veel, maar zij kan lang niet alles waarover gedroomd wordt, dit des te minder omdat de ambtelijke assistentie is ingeperkt van een herkenbare, geoormerkte deeltijdbaan tot verminderde ondersteuning in een x-aantal tientallen uren. Meer dan negentig procent van het werk komt thans voor rekening van de circa vijftien enthousiaste vaste vrijwilligers van de Stichting, van wie er gemiddeld tien maandelijks in een werkvergadering bijeenkomen. Op basis van het huidige subsidieniveau en met continuering van enige geoormerkte ambtelijke assistentie kan de Stichting het huidig activiteitenniveau handhaven, dit wil zeggen het faciliteren en organiseren van een uitgebreid collectief werkbezoek in de herfst en de ontvangst van een Poolse delegatie in juni, plus om de paar jaar een middelgrootschalig of grootschalig project, zoals een korenfestival of een lustrumviering Voor de goede orde: deelnemers aan reizen vice-versa betalen 80 – 100 procent van de reiskosten uit eigen zak, terwijl kosten van verblijf geheel voor rekening van de reizigers komen. Dit geldt per definitie ook voor de organiserende vrijwilligers van de Stichting.
Een drastische vermindering of zelfs afschaffing van de nu toch ook niet substantiële gemeentelijke subsidie zou de Stedenband met Toruń op de korte termijn niet de nek omdraaien. Hoogstens zou de Pool uit Toruń of elders die ervan zou horen dit als het zoveelste bewijs van Nederlands onwelwillende houding tegenover de buitenwacht kunnen opvatten. Gaat de gemeente zo met een vriendschapsband om? Op middellange termijn (binnen 3 – 5 jaar) zou het functioneren van de Stichting echtere op het spel komen te staan. Een stedenband drijft ook op zaken als een zekere frequentie van contacten en als daarvoor minder geld is, dreigt een en ander te verpieteren. Alternatieve bronnen zijn er nauwelijks. Wel denkt de Stichting nu serieus over de oprichting van een Vereniging of Stichting van Vrienden van de Stedenband Leiden-Toruń. Met donaties aan deze vereniging of stichting zouden bijvoorbeeld zaken als de Nieuwsbrief bekostigd kunnen worden. Ook dankzij een fiscale erkenning als Algemeen Nut Beogende Instelling zouden dan gelden geworven kunnen worden. Overigens verwacht de Stichting vanwege het bijzonder doel van haar organisatie op zich zelf niet gemakkelijk sponsoren te kunnen werven. Wel zijn in het recente verleden ad hoc subsidies verworven voor specifieke projecten, zoals voor het Korenfestival in 2010 en voor de viering van het twintigjarig bestaan in 2008. Ook werden in het kader van de estafette TO RUN TO TORUŃ in 2009 enkele duizenden euro aan sponsorgelden verworven voor ondersteuning van het blijf-van-mijn-lijfhuis AZYL in de zusterstad.
Wat de Stedenband zonder meer een impuls zou geven is het opnieuw opstarten van ambtelijke samenwerking. Daarvoor zou Leiden ook te rade kunnen gaan bij het projectbureau Europa van de gemeente Toruń, waar men er goed in slaagt Europese subsidies te verwerven, een activiteit die extra kans maakt als twee of meer partners uit de Europese Unie participeren.
Wanneer alles bijeengenomen is wat aan informatie over heden en verleden van de (Stichting Stedenband Leiden-Toruń vermeldenswaard is, blijkt dat de band met de stad van Copernicus stevig genoeg is om het nog een aantal jaren vol te houden.
Bestuur en werkgroep van de Stichting Stedenband Leiden-Toruń, mei 2011
|
|